Kunst kijken in huiskamer zorgt voor verbinding. Jan Cunen blijft slapen wederom een succes

artikel-263

Op zondag 2 april vond de tweede editie van ‘Jan Cunen blijft slapen’ plaats in de Schadewijk. ‘Jan Cunen blijft slapen is een uniek en verbindend stadsproject, gericht op een hernieuwde (wederzijdse) kennismaking met de Ossenaren en de omliggende dorpen. Het idee is geïnspireerd op een bestaand succesproject van Museum Elsene in Brussel’, meld de website van Museum Jan Cunen. 

Kom je niet zo vaak in een museum maar zou je wel eens een museumstuk in jouw huis willen hebben? Met deze oproep zocht Museum Jan Cunen deelnemers uit de Schadewijk waar uiteindelijk tien heel verschillende adressen uit kwamen. Op vrijdag 31 maart werden de kunstwerken bij de deelnemers thuis gebracht zodat ze op zaterdag er de hele dag zelf van konden genieten. Op zondag 2 april werden de huiskamers geopend voor bezoek tijdens de speciale kunstroute.

Ingrid Jansen woont in de Lijsterlaan en was één van de deelnemers. Het schilderij wat bij haar tentoon werd gesteld had een formaat van 8x12 cm geschilderd door Margaretha Roosenboom (1843-1896). “Het is heel bijzonder om ineens een museumstuk in huis te hebben. Moet wel zeggen dat ik er heel even een slapeloze nacht van heb gehad, want het is toch wel spannend om zo’n oud kunstwerk in huis te hebben. Maar gelukkig went dat al gauw. Ik werd door iemand getipt op deze oproep en ben blij dat ik uiteindelijk uitgekozen ben”, aldus Ingrid. In het huis aan de Lijsterlaan hangen en staan diverse kunstwerken. “Ik ben creatief en vind het leuk om dingen te maken, maar of dat onder kunst valt weet ik niet. Kunst is vooral leuk om naar te kijken en door geïnspireerd te raken”. Op deze zonnige middag komen er diverse mensen bij haar langs om te kijken. “In het begin weet je niet wat je kunt verwachten maar tot nu toe krijg ik hele leuke reacties. Dat de zon schijnt helpt natuurlijk ook om mensen op de been te krijgen”.

Foto: Ingrid in gesprek met wethouder Warris.

De ochtend van 2 april stond in het teken van ontmoeten van alle deelnemers. Na een kennismaking ging iedereen bij elkaar kijken naar het werk wat bij hen binnen stond. “Dat was ook mede dankzij de feedback die we uit de vorige editie te horen kregen. Dat deelnemers het jammer vonden dat ze de andere werken niet konden bekijken”, aldus Lisette Aarnink, projectleider van het museum. De ochtend werd afgesloten met een gezamenlijke lunch in het wijkcentrum.

In een appartement aan de Berghemseweg vinden we een kleurrijk werk van Mai van Oers (1953) uit Uden. Het is een modern schilderij uit 2004, zonder titel. En dat laatste vond deelnemer Jan een beetje ‘laf’ van de kunstenaar. “Daarom heb ik bezoekers vandaag een uitdaging gegeven door zelf een titel te bedenken en dit op te schrijven in het gastenboek. Wat je dan krijgt zijn hele leuke gesprekken”. Een van de meest bijzondere reacties kwam van een vrouw van Turkse afkomst. Toen zij het schilderij zag, werd ze emotioneel. Ze zag er de aardbeving in, maar tegelijkertijd ook hoop vanwege de zon die ze erin zag. Dat maakte bij Jan ook een enorme indruk.

In dit klassiek ingericht appartement, inclusief vleugel in de woonkamer, valt een modern doek als deze wel op. “De medewerker van het museum die kwam kijken wilde heel graag iets contrasterend vinden voor dit appartement, en dat is zeker gelukt”. Jan is zelf een verzamelaar met diverse werken zoals Haagse School, Corneille maar ook een enorme collectie appels, in allerlei soorten en maten. “Ik kijk graag naar realisme, in de 17e, 18e , 19e eeuw zie je dat vaak terug. Dat lijken soms net foto’s. Ten tijde van de uitvinding van de verftube werden kunstenaars vrijer om hun eigen idee te verwezenlijken. Ik vond dat een mooie ontwikkeling”. Over waarom het museum nou juist dit werk voor hem had gekozen zei Lisette het volgende: “Wat ons opviel was dat de kunstwerken die Jan allemaal heeft hangen van mannelijke kunstenaars zijn en we dus bewust voor een vrouwelijke kunstenaar hebben gekozen. En natuurlijk iets abstracts, dat totaal iets anders is dan wat hij zelf heeft”.

Foto: Jan bij het werk van Mai van Oers.

In een woning aan de Kievit hing een werk van Hermanus Willem Koekkoek met ‘Rijdende Artillerie’ uit 1882. Een vrij groot werk met prachtige omlijsting. De bewoonster vind het ontzettend leuk om mee te doen. “Onze dochter zag het voorbij komen en vond het wel wat voor ons. Ik heb er geen spijt van want we hebben een hele leuke dag. Het kunstwerk is mooier dat we vooraf hadden gedacht. We hadden vooraf geen idee wat we konden verwachten”.

Volgens Lisette Aarnink, projectleider en stadsprogrammeur van Museum Jan Cunen was deze editie een groot succes. “We hebben alle deelnemers achteraf gesproken en iedereen was heel enthousiast. Ze vonden het vooral leuk om elkaar te ontmoeten en nieuwe mensen te leren kennen”. Op elke adres lag een gastenboek waar de bezoekers een boodschap konden achterlaten. “Wat we vooral teruglazen was dat mensen het zo leuk vonden om bij mensen binnen te kijken en de verhalen van de bewoners te horen. Maar ook om zo’n kunstwerk juist in zo’n setting te zien met een kop koffie. Op die manier konden ze het op hun gemak bekijken, terwijl mensen in een museum zich sneller gehaast voelen”, aldus Lisette.

Wethouder Dolf Warris heeft met plezier de kunstroute gewandeld. “Wat ik zou mooi vond aan deze middag is dat je écht de Schadewijk zag. Een wijk met een grote diversiteit aan bewoners. We kwamen in kleine, oude woningen terecht maar ook bij mensen die weer wat luxer woonden. Het mooie aan cultuur is dat het een bindmiddel is tussen mensen. En dat zag ik deze middag heel goed terug”. 

Voor Dolf is dit initiatief geen onbekend terrein. Het oorspronkelijke idee komt uit Brussel, waar hij zelf in het verleden langere tijd heeft gewoond. “In Brussel werden de kunstwerken destijds iedere avond weer opgehaald om het de volgende dag weer terug te plaatsen. Ik vind het mooi dat het Osse museum ervoor gekozen heeft de werken écht te laten logeren bij de mensen. Het is natuurlijk een verzekeringskwestie, want er komt nogal wat bij kijken om dit voor elkaar te krijgen. Ik kan dat wel waarderen dat het ze gelukt is”. Op de vraag hoe hij de bezoeken bij de mensen heeft ervaren: “Ieder adres vond dat zij het mooiste kunstwerk hadden gekregen en iedereen had ook een persoonlijk verhaal bij de werkjes. Een mevrouw kwam erachter dat de betreffende kunstenaar was overleden op een leeftijd die zij nu zelf had en dat dat haar zo aan het denken zette. En bij het schilderij met de artillerie was het verhaal dat hun opa in de oorlog had gevochten. Dus op die manier maakte het voor de bewoners ook weer bijzonder”.